Kees Woudenberg maakt het bouwterrein klaar voor het inzaaien van de zaden. ©Slootkunst

Op verzoek van de Slootkunst-organisatie, onder leiding van Theo Agterof, stelt Woningstichting Nieuwkoop het toekomstige bouwterrein aan de Dorpsstraat – het voormalige Koetshuis-terrein – ter beschikking voor de feestelijkheden van ‘Nieuwkoop maakt het al 750 jaar’.

“Om gelijk met de deur in huis te vallen, wij zijn met een groepje vrijwilligers bezig om van het 750 jarig bestaan van Nieuwkoop toch nog een ‘feestje’ te maken”, schreef Theo Agterof aan WSN om vervolgens te vragen of het Koetshuis-terrein daarbij ook gebruikt mocht worden.

Slootkunst

‘Slootkunst – Nieuwkoop maakt het al 750 jaar’ is een belangrijk onderdeel van het feestje waarover Agterof schreef. Sinds 8 mei zijn in de ringsloot en de voorwetering van de Dorpsstraat tientallen panelen en vlotten geplaatst. De grote poorten over de weg heten de bezoekers welkom. Het evenement duurt tot en met 1 oktober.

LEES OOK:
Jan Terlouw bekijkt Slootkunst expositie en onthult Toekomststoel

Foto’s

Op het voormalige Koetshuis-terrein komen twee driehoeken van bouwhekken met daarop vier grote foto’s van wat heel vroeger daar en verderop in de Dorpsstraat stond. Een kijkje in de rijke geschiedenis van Nieuwkoop dus. Met daaromheen binnenkort de fleurige kleuren van kruiden en bloemen maken het nu lege terrein stukken gezelliger.

LEES OOK:
Koetshuis gesloopt: Wat is de volgende stap?

Bloemenveld voor bijen

Het inzaaien van het eenjarige bloemrijke kruidenzaad, speciaal voor bijen, is dinsdag gedaan. Yolanda Ahles van Slootkunst: “Kees Woudenberg van Het Zwaluwnest uit Ter Aar, die ook alle palen in de sloot heeft geslagen voor de panelen van Slootkunst, heeft het inzaaien samen met Theo Agterof gedaan. Kees was ook degene die met het idee kwam om een bloemenveld te maken op het terrein van het oude Koetshuis.”

Het zaad en de diesel voor de tractor waarmee het veld is klaargemaakt en ingezaaid, is betaald met subsidie van het Fonds Alphen. “Het wordt een fleurig veld. En hopelijk vinden de bijen er veel en fijn voedsel.”